In dit artikel probeer ik vooral mijn main trail verder uit te werken. Ik probeer grip te krijgen op de bindende factor van interactie- en visueel ontwerp. In mijn vorige blogpost (Emotie geeft duidelijke richting aan het onderzoek) schreef ik dat emotie wel eens de bindende factor zou kunnen zijn. Ook gaf ik daar aan dat, naar mijn gevoel, het niet alleen emotie kan zijn die de binnende factor is. Ik kwam dan ook het boek van Herbert Read tegen, iemand waarbij functie boven emotie staat.
In dit artikel probeer ik een mening te vormen wat voor mij belangrijk is: emotie of functie. Hiervoor probeer ik de visie van Don Norman en Herbert Read te doorgronden. Twee mensen die pioniers in de ontwerp wereld zijn.
Herbert Read
Herbert Reaad is een dichter, kunstfilosoof en kunstcriticus. In het begin van de twintigste eeuw schreef hij tal van boeken over kunst en esthetica. Hij was redacteur van het Burlington Magazine (een kritisch magazine op de kunstwereld van vandaag), hij heeft als curator van het Victoria & Albert Museum gewerkt en hij is mede-oprichter van het Institute of Contemporary Arts.
Bij Read staat functie voorop, Read is dan ook een echte modernist. Het modernisme gaat over het vinden van nieuwe manieren ontdekken voor het maken van kunst. Het gaat dan ook vooral om het herdefiniëren van de kunst. Deze stroming heeft abstracte kunst ontwikkeld.
In zijn boek Art and industry[1] schrijft hij bijvoorbeeld: “In het algemeen is er niets dat we te maken en gebruiken dat onze zintuigen niet bezighouden met de prestaties van sommige biologische functie. Zelfs als er geen fysiek contact is met vervaardigde items, moeten we naar hen kijken, en het oog zelf is een orgaan onderworpen aan biologische wetten van de waarneming: reacties, hoe subtiel ook, van plezier en pijn. We kunnen dus concluderen dat het organische principe de is basis voor al onze activiteiten, die we ontwerpen met betrekking tot onze lichaamsfuncties.”
Herbert Read was ook iemand die komt uit een periode waar massa productie centraal stond. Een periode waarin een artiest iets ontwerpt dat vervolgens door de grote massa geconsumeerd kan worden. Daarbinnen vond Read dat de fabriek zich moest aanpassen aan de artiest en niet de andersom.
Don Norman
Zoals ik in mijn vorige proces artikel beschreef is Don Norman is directeur van The Design Lab op de universiteit van San Diego in California en staat bekend om zijn expertise op het gebied van design, usability, en cognitieve wetenschap (waar hij al veel publicaties over uitgebracht). Hij is tevens mede-oprichter en adviseur bij de Nielsen Norman Group.
In tegenstelling tot Read gaat het bij Norman juist om een combinatie tussen emotie, verhaal en functie. En komt hij vooral uit het postmodernisme. Het postmodernisme is een reactie op het modernisme en gaat over het in twijfel trekken van de bestaande verhalen op het gebied religie, politiek, wetenschap en kunst. Het gaat uit van reflectie, mogelijkheden en vooruitgang.
Norman geeft hier een mooi voorbeeld van in zijn boek Emotional design[2]. Hier haalt hij aan dat we te maken hebben met drie verschillende aspecten als we over emotie praten (zie mijn vorige artikel: Emotie geeft duidelijke richting aan het onderzoek). Een van deze aspecten is het reflecterende aspect wat gaat over; kan ik er een verhaal over vertellen? En haalt zijn drie theepotten aan als voorbeeld. Ze zijn niet allemaal even functioneel, maar ik kan er een mooi verhaal mee vertellen.
Een ander voorbeeld van zijn postmodernisme komt ook erg naar voren in zijn gesprek met de mannen van uxpodcast.com[3]. Hier zegt hij namelijk dat we dingen niet voor waarheid moeten aannemen. Er moet een gesprek ontstaan, want alleen zo worden we slimmer. Over emotie zegt hij in deze podcast dat het wordt gegenereerd door verschillende systemen in de hersenen met verschillende tijdmechanisme die ook op schillende manieren worden getriggerd.
Dit alles sluit aan bij iemand die uit een periode komt waar de gebruiker centraal staat. Als een consument (de gebruiker in dit geval) niet kan vinden wat hem aanstaat, dan gaan hij online om vervolgens zelf te produceren wat hij willen.
Conclusie
Ik ben van mening dat zowel emotie als functie een grote rol spelen bij een ontwerp proces. Hoewel emotie steeds relevanter is geworden in de 21ste eeuw en Norman hierdoor relevanter is geworden, denk ik dat we de basis van een ontwerp en waarvoor voor we het ontwerpen niet vergeten en dit zal (zoals Read zegt) altijd betrekking hebben op onze lichaamsfuncties. Wel ben ik benieuwd naar hoe wij emoties aan functionele objecten geven. Dit is dan ook iets wat ik verder wil onderzoeken.
Overview onderzoek
Nadat ik met mijn coach (docent WdKA) had gesproken heb ik voor nu mijn trails iets anders ingedeeld. De main trail moet onderzoek doen naar de bindende factor tussen interactie- en visueel ontwerp. Hierbij ben ik nu emotie en dat wat daar boven ligt vooral aan het onderzoeken. Mijn side trail wordt het onderzoek naar een goede flow. Deze twee trails moeten leiding gaan geven aan eventuele vervolgstappen. Hierbij laat ik de tweede side trail (Andere sectoren, Gaming, product, Artificial intelligence) nu even buiten beschouwing.
[1] Read, Herbert, and Herbert Edward Read. Art and industry: the principles of industrial design. Faber and Faber, 1966.
[2] Norman, Donald A. Emotional design: Why we love (or hate) everyday things. Basic books, 2004.
[3] Design doing with Don Norman (Part 1) – april 15, 2016 – uxpodcast.com en Design doing with Don Norman (Part 2) – april 22, 2016 – uxpodcast.com
Hallo Thijs,
Met deze blogpost heb je een eerste aanzet gedaan om een visueel essay over je onderwerp te maken. Je hebt, zou je kunnen zeggen, de kaders bepaald. Om tot een echt duidelijke visie over emotie te komen n.a.v. je beide bronnen, zul je echter een steviger vraag als basis moeten nemen. Wat wil je precies dat Read en Norman je vertellen over emotie? Waar heb je hun kennis voor nodig? En hoe helpen ze je een vervolgstap te maken? Als je dat duidelijk hebt, kun je in hun beider teksten veel specifieker op zoek naar de antwoorden die zij je geven. En je kunt makkelijker schrappen in je tekst: wat doet ertoe, en wat niet? Leg daarbij voorbeelden goed uit: wat zijn ze precies, waarom doen ze ertoe bij het beantwoorden van je vraag?
De infographics die je maakt voor Read en Norman zijn mooie introducties, die hoef je in je tekst dan niet nog een keer uit te schrijven. Wees wel precies in wat je opneemt in zo’n visueel portret: Modernisme 19e eeuw?
Drie dingen meer in detail: als je verwijst naar een andere blogpost, link die dan in. En Engelse citaten niet google-translaten maar gewoon in de oorspronkelijke taal opnemen. Je manier van bronnen noteren is prima, goed om dat vanaf het begin gelijk zo te doen.
Kun je hiermee uit de voeten?
Hanneke